zaterdag 17 april 2010

Vulkaanhinder en ander meteorologisch ongemak


Voorlopig blijft de berichtgeving over de vulkaanstofwolken uit IJsland nuchter en wetenschappelijk onderbouwd. Het is nu nog wachten op bevlogenen en glazenboltuurders die wat sappigheid en kleur geven aan de verwachtingen over het voortbestaan van onze aarde of de bedoelingen van een god. Maar misschien raadpleeg ik niet de juiste media ;-)

Keizer Augustus (dit is tenslotte een blog over de klassieke oudheid), gewiekste mediamanipulator avant la lettre, wist wel weg met een aswolkje en andere meteorologische hinder. Bij de spelen, georganiseerd ter ere van Venus Genetrix, kort na de begrafenis van Iulius Caesar, zijn adoptiefvader, in de maand juli, 44 v.C., verscheen overdag een komeet aan de hemel, die nog een hele week zichtbaar zou blijven. Augustus, die toen nog niet Augustus genoemd werd, maar gewoon Octavianus heette, en die toen ook nog geen keizer was (dat begrip moest nog uitgevonden worden) was op dat moment volop bezig met de opbouw van zijn imago als the one and only geschikte persoon om het roer van Rome in handen te nemen.

Plinius de Oudere vermeldt de gebeurtenis in zijn Naturalis Historia (2, 93-94*) als hij het heeft over een tempel voor een komeet, de 'enige in de hele wereld', in Rome. De komeet was natuurlijk Caesar geweest, op weg naar zijn vergoddelijking in de hemel, zoals Augustus nadrukkelijk verklaard had, zich daarbij koesterend in de zon van zijn adoptiefvader. Dat de verschijning op de spelen voor Venus Genetrix was gebeurd was geen toeval, want Venus was toch de stammoeder van Caesar (en Augustus dus ook een klein beetje familie)? De 'komeet van Caesar' speelde ook later nog (daarover straks) een belangrijke rol in de consolidatie van Augustus als heerser over Rome. Plinius merkt op: 'eerlijk gezegd bleek het verschijnen van de komeet een heilsvoorspelling te zijn voor de hele wereld'. Dat kan tellen als compliment voor Augustus, door iemand die het niet nodig had hem naar de mond te praten, want hij leefde een eeuw later. Nog een eeuw later vinden we de komeet terug bij Suetonius (Leven van Caesar, 88).

Zo ook Plutarchus (Leven van Caesar, 69,4-5). In één adem heeft Plutarchus het over - en hier komt onze aswolk - een 'versluiering van de zon, die een heel jaar duurde en voor een barslechte oogst zorgde'. Plinius, gortdroog maar ter zake, zegt hierover (N.H. 98): Fiunt prodigiosi et longiores solis defectus, qualis occiso dictatore Caesare et Antoniano bello totius paene anni pallore continuo. (Soms laat de zon het afweten voor langere tijd, als voorteken, zoals ten tijde van de moord op dictator Caesar en de Antonijnse oorlog, met een bleek schijnsel gedurende bijna een heel jaar.)

Waar kwam die versluiering van de zon vandaan? Een eigentijdse auteur als Vergilius heeft daar een mooie beschrijving van gegeven:

Ille etiam exstincto miseratus Caesare Romam,
cum caput obscura nitidum ferrugine texit
impiaque aeternam timuerunt saecula noctem. (G. I,466-468)


'Hij (de zon) had medelijden met Rome na de moord op Caesar, toen hij zijn glanzende hoofd met een duistere roestkleurige laag bedekte en toen de goddeloze mensheid (daardoor) vreesde voor de intrede van een eeuwige nacht.'

Naast o.a. het beven van de Alpen, het verschijnen van bliksems bij heldere hemel en kometen (non alias caelo ceciderunt plura sereno fulgura nec diri totiens arsere cometae) heb je dan ook nog de Etna die aan het uitbarsten is (Quotiens Cyclopum effervere in agros vidimus undantem ruptis fornacibus Aetnam, flammarumque globos liquefactaque volvere saxa!). Aha. En dat allemaal in het jaar 44 v.C.
Vergilius was hét dichterlijke paradepaard voor de propaganda van Augustus, dus na deze passage over een hele reeks vreemde (natuur)verschijnselen na Caesars dood is het helemaal niet vreemd dat we op het einde de zending van Augustus als redder van Rome aantreffen:

Di patrii, Indigetes, et Romule Vestaque mater,
quae Tuscum Tiberim et Romana Palatia servas,
hunc saltem everso iuvenem succurrere saeclo
ne prohibete. (G. I,498-501)


Of, parafraserend: beste aloude eerbiedwaardige goden, laat deze jongeman zijn reddend werk voor Rome doen.

De aswolk dus. Sommigen hebben de vreemde meteorologische verschijnselen in 44 v.C. toegeschreven aan het rakelings passeren van de komeet langs de aarde. Tycho Brahe zou afdoende aangetoond hebben dat een komeet dat niet doet, dat het m.a.w. geen meteorologisch verschijnsel is, maar een astronomisch. Een logische overblijvende verklaring is dus dat de Etna de boosdoener is geweest met een aswolk, zoals ook dit artikel beweert.

Toen er in 18 v.C. weer een komeet aan de hemel verscheen was dit voor Augustus (toen wél keizer) een dankbare aanleiding om in een volgende propagandaversnelling te gaan. Kometen zijn tekens en deze was een teken dat er een nieuwe periode van heil aanbrak voor Rome, natuurlijk met Augustus aan het roer. Want deze komeet betekende de terugkeer van Iulius Caesar, om de keizer een steuntje in de rug te geven. (Ik heb hier nog geen Latijnse tekst over gevonden - hints welkom - en ga af op wat ik in vorige link gelezen heb.) In dat jaar gaf Augustus dan ook de (blijkbaar beroemde) denarius uit waarop hijzelf én de komeet van Divus Iulius afgebeeld staan.

-----------------------------
* Plinius, N.H. 93-94: Cometes in uno totius orbis loco colitur in templo Romae, admodum Faustus Divo Augusto iudicatus ab ipso, qui incipiente eo apparuit ludis, quos faciebat Veneri Genetrici non multo post obitum patris Caesaris in collegio ab eo instituto. namque his verbis in . . . . (-) gaudium prodit is: Ipsis ludorum meorum diebus sidus crinitum per septem dies in regione caeli sub septemtrionibus est conspectum. id oriebatur circa undecimam horam diei clarumque et omnibus e terris conspicuum fuit. eo sidere significari vulgus credidit Caesaris animam inter deorum inmortalium numina receptam, quo nomine id insigne simulacro capitis eius, quod mox in foro consecravimus, adiectum est. haec ille in publicum; interiore gaudio sibi illum natum seque in eo nasci interpretatus est. et, si verum fatemur, salutare id terris fuit. (Thanks to Bill Thayer for providing this text)

Geen opmerkingen: