zaterdag 11 oktober 2014

In zeven dagen een pontonbrug


De website Port-of-Antwerp doet niet aan valse bescheidenheid. Wij lezen: de bouw van de Pontonbrug over de Schelde ter hoogte van het Steen is een technisch huzarenstukje.

Een liefkozend verkleinwoord voor zoiets knaps (Van Dale: 'kranige, stoutmoedige, geslaagde en snelle prestatie'). 370 meter lang en in maar zeven dagen tijd in elkaar gestoken. En na drie dagen weer afgebroken. Fijn voor de Benelux-krijgsmacht, dat ze vorige week nog eens wat praktijk te doen kregen en zich als makers konden profileren in plaats van kapotmakers. En fijn dat Antwerpen zich nog eens kon koesteren in wereldmedia-aandacht. Wie de brug-van-drie-dagen betaald heeft heb ik niet opgezocht. In deze tijden van overvloed zal het zeker niet met ons belastinggeld gebeurd zijn.

Het ding was voor de rest natuurlijk compleet nutteloos, tenzij als bron van ontspanning: koning Filip heeft duidelijk genoten van zijn rol in 'De Vlucht Over De Schelde'.



Maar pet af voor de vakbekwame pontonniers die in 1914 drie van dergelijke, wel nuttige, bruggen over de Schelde aanlegden. Honderd jaar techniek geleden konden zij dat blijkbaar ook al in 7 dagen. Alle details zijn terug te vinden in dit degelijke document.

Wat zouden ze bij Port-of-Antwerp zeggen over een dubbele pontonbrug van 3 kilometer lang die, alweer in 7 dagen, klaar was, 2494 jaar techniek geleden?

In het jaar 480 v.C. vatte de Perzische koning Xerxes het plan op Europa voor de tweede keer binnen te vallen (zo zegt Herodotos in het 7e boek van zijn Historiën) en Griekenland bij zijn rijk te voegen. De eerste poging stamde van zijn vader Darius, 10 jaar eerder. En bij twee invasies vanuit die hoek zou het niet blijven, zoals wij nu allemaal weten; gewoon 'Perzen' vervangen door 'Hunnen', 'Arabieren', of 'Turken'.

Xerxes zag het als een strafexpeditie tegen Athene, dat zijn vader, Darius, beledigd had. Voor de Grieken was dit de oosterse mentaliteit in een notendop. De Perzische koning had onderdanen, in de letterlijke betekenis van het woord, die volgzaam moesten doen wat hen gezegd werd, en Athene was ongehoorzaam geweest. De Grieken waren op dat moment doordrongen van het gelijkheidsbeginsel in hun kersverse democratie en keken met verachting neer op de Perzische slavenmentaliteit. Dat verschil in mentaliteit wordt nu algemeen naar voor geschoven als verklaring voor de overwinning van een handjevol Grieken op een gigantische Perzische tegenstander. Daar raken ze in Griekenland niet over uitgepraat, en met reden (vind Griekenland op het kaartje).



Maar ik ging het over een pontonbrug hebben.

Het gebruiken van pontonbruggen had Xerxes thuis geleerd. Vader Darius had er al eens een laten bouwen over de Bosporus om het rijk van de Scythen binnen te vallen. Die brug was prima in orde en hield het onder de doortocht van het Perzische leger, zowel heen als terug, d.w.z. terug van een kale reis. Dat laatste was voorspeld aan Darius, maar die had niet willen luisteren. In 480 kreeg Xerxes ook verschillende waarschuwingen en voortekenen dat zijn expeditie faliekant zou uitdraaien, en hij bleek een even grote stijfkop als zijn vader.

Darius had alleen een vloot gebruikt, maar Xerxes zag het groter, een vloot plus een landleger, en dus moest hij de zeestraat het dichtst bij Griekenland oversteken: de Dardanellen. Of, zoals die in de oudheid heette, de Hellespont. Toen Xerxes met zijn leger vanuit de hoofdstad Susa aan de Tigris vertrok had hij deze veldtocht al drie jaar voorbereid. Langs het hele traject waren opslagkampen met voorraden voor het leger aangelegd. Er was een kanaal gegraven doorheen de landengte bij de berg Athos, zodat de vloot, veilig voor de gevreesde egeïsche stormen en stromingen, Griekenland gemakkelijker kon bereiken. En de pontonbrug over de Hellespont was af.

En dan ineens niet meer. Gewoon een stevige storm, en weg was de brug. Een duidelijk voorteken, maar Xerxes was ziende blind. Zijn reactie op deze tegenslag lijkt als twee druppels water op gedrag dat ook nu weer in die contreien in opmars is, en kan in drie woorden samengevat worden: onthoofding, zweepslagen, dreigementen. Respectievelijk (van) de architecten van de brug, (voor) het water van de Hellespont en (aan het adres van) de plaatselijke zeegoden. Na deze adequate maatregelen gaf hij het bevel tot de bouw van een nieuwe brug.

De nieuwe brug bestond uit twee parallelle pontonbruggen. Herodotos geeft een uitgebreidere beschrijving van de bouw in hoofdstuk 36 e.v.

De schepen van de parallelle bruggen lagen met hun voorstevens naar buiten gericht, om zo de sterke stromingen vanuit de Egeïsche Zee en de Zwarte Zee op te vangen. (In Antwerpen hebben ze dat om en om gedaan in de enkele brug.) Interessant is het gebruik van kabels over de gehele lengte van de brug, wat een historicus doet concluderen dat het hier eigenlijk een hangbrug betrof. (Om de sterke stroom te weerstaan werden de pontons onderling verbonden met kabels. Deze kabels kregen daarmee dezelfde functie als de draagkabels bij een hangbrug. H. de Jong, 'Over bruggen', 1983). De koning had voor dit doel gespecialiseerde kabelvlechters in dienst. Feniciërs maakten kabels van vlas, en Egyptenaren van, jawel, papyrus. En deze keer werd ieder van de 700 boten voorzien van zware ankers tot op de bodem van de Hellespont.

Een beroemde passage uit dit boek wil ik u niet onthouden. Voordat Xerxes met zijn leger de Hellespont overtrekt, wil hij nog eens al zijn troepen schouwen. Gezeten op een heuvel op een witte troon, voor die gelegenheid door de plaatselijke bevolking op voorhand in gereedheid gebracht, ziet hij aan de kust heel zijn vloot liggen, en aan land het hele leger opgesteld. We spreken over 1.700.000 infanteristen, 80.000 ruiters, 1.207 dieren, en 3.000 vrachtschepen (bron).
Xerxes is opgetogen over het schouwspel maar barst daarna in tranen uit. Gevraagd naar de oorzaak van zijn verdriet verklaart hij: 'Ineens kwam de gedachte bij mij op hoe spijtig kort een mensenleven is, beseffend dat van heel deze massa mensen er over honderd jaar niemand meer in leven zal zijn'.

En dan trekt die troepenmacht met succes de Hellespont over, met de gekende afloop. De pontonbruggen laten zij zo liggen. Maar wanneer het terugtrekkende leger opnieuw aankomt bij de Hellespont is het alweer prijs: stormen hebben een groot deel ervan verwoest.

Hier zou ik kunnen stoppen.

Maar ik wil nog even iemand van de eerste grote bruggenbouwers in Europa aan het woord laten. De Romein Iulius Caesar.

Tijdens zijn veldtocht in Gallië, in het vierde oorlogsjaar, beslist hij de Germaanse stam van de Ubii te gaan helpen, aan de overkant van de Rijn. Hoe gaat hij zijn legioenen daar krijgen? De Ubiërs zeggen dat zij boten in overvloed hebben. Wat is Caesars repliek?

Caesar his de causis quas commemoravi Rhenum transire decreverat; sed navibus transire neque satis tutum esse arbitrabatur neque suae neque populi Romani dignitatis esse statuebat. Itaque, etsi summa difficultas faciendi pontis proponebatur propter latitudinem, rapiditatem altitudinemque fluminis, tamen id sibi contendendum aut aliter non traducendum exercitum existimabat.(D.B.G. IV, 17).
(Om al deze redenen had Caesar besloten over den Rijn te gaan; maar den overgang op schepen hield hij niet voor veilig genoeg en beneden zijn waardigheid en die van het Romeinsche volk. Ofschoon men hem het bouwen van een brug wegens de breedte, den snellen stroom en de diepte der rivier als met de grootste moeilijkheden verbonden voorstelde, meende hij echter daarbij te moeten volharden, of anders niet over te steken. vert. Van Doesburg)

Een Romein bouwt een Brug. Schepen gebruiken is beneden zijn waardigheid.
De (houten) brug was klaar in...10 dagen.


Geen opmerkingen: