dinsdag 22 april 2008

Pompeii-graffiti en haatmail


Gisteren stond er in de krant De Morgen (p. 14) een artikel van Vlaams politicus en historicus van opleiding Bart De Wever onder de titel hiernaast. Dit is geen politieke blog. Politiek commentaar uit dit artikel zal hier verder dus geen aandacht krijgen.

Ik was behoorlijk verrast dat een politicus de tijd gevonden had om een column te schrijven van dit gehalte én in een vlot en prettig leesbaar Vlaams Nederlands*. Omdat De Morgen nogal moeilijk doet on-line bij het downloaden van tekst - die dan gebruikt zou kunnen worden in citaten - heb ik het artikel maar op het net gezet. Je kunt het zo gebruiken als documentatie bij een hilarisch onderwerp 'Pompeiaanse graffiti' in de les Latijn, waarbij heel wat vakoverschrijdende eindtermen tegelijk mooi meegenomen zijn.

Pompeiaanse graffiti vergelijken met de huidige haatmailtjes is de spijker op de kop. Een politicus is uiteraard uitstekend geplaatst om die vergelijking te kunnen maken, vooropgesteld dat hij op de hoogte is van de equivalenten van 2000 jaar geleden. Wat De Wever, gezien zijn tekst, duidelijk is. Zo zegt hij over de graffitischrijvers: 'Ze bezigden vaak een vulgair Latijn vol afkortingen, in fonetische spelling en met een eigensoortige woordenschat. De irritatie erover bij de toenmalige elite was groot'. De vergelijking met het chatten van nu dringt zich op, compleet met de ergernis van het lerarendom hierover; maar De Wever blijft, terecht in dit korte bestek, bij zijn onderwerp. En hij citeert correct het 'foutgespelde' vulgair Latijn.

Eén leuk citaat wil ik u niet onthouden, een beschrijving van de ouderwetse schrijfcultuur die een ontspanningsmechanisme in zich had: 'De goede oude anonieme scheldbrief is stilaan een rariteit aan het worden. Dat medium veronderstelt immers dat mensen boos genoeg worden en het lang genoeg blijven om papier te nemen, hun emoties iet of wat ordentelijk uit te schrijven, een omslag te zoeken, een postzegel te kopen en het fysiek adres van de geviseerde op te zoeken. Op de tijd die daarvoor nodig is verandert zelfs de hulk terug in een sympathieke jongen'. Een mail is op enkele seconden gepost. Een graffito op enkele seconden geschreven.

Vandaag (22/4) was er al een reactie hierop te lezen in De Standaard van een mede-columnist mede-historicus, Marc Reynebeau: 'En progressief is een al even leeg begrip, nu niemand nog, op Bart De Wever na, conservatief wil zijn. En De Wever is dat ook alleen maar om anderen op de kast te kunnen jagen en als excuus voor zijn nieuwe hobby, Latijn spreken'.

Een beetje ondermaats als commentaar wel. Zie in verband met 'Latijnopmerkingen' in De Standaard ook hier.

* Algemeen Nederlands moet voor mij nog steeds de standaardtaal zijn in het onderwijs. Ik zou dus wijzen op de verschillen bij typisch Vlaamse woorden. En nu we toch met onze rode balpen bezig zijn: aedile in de column moet natuurlijk zijn aedilis (de Romeinse 'politieman).
.

maandag 7 april 2008

De Ilias van Jan Cox


Dit is het enige schilderij van Jan Cox dat ik al kende, als beeld, zonder te weten dat het van hem was. Het heet Bloedregen. Wat ik niet wist is dat het bij een Iliascyclus hoort.
Het Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen houdt een overzichtstentoonstelling 'Jan Cox: Profiel van een kunstenaarschap'. Ik kende Jan Cox eigenlijk alleen maar als een naam zonder meer, toen Adriaan Raemdonck van De Zwarte Panter vol enthousiasme aandrong om toch zeker te gaan kijken. Ik was een beetje sceptisch, want naast klassieke antieke thema's had Cox blijkbaar ook een kruisgang uitgewerkt. Het klonk saai. Maar gisteren ben ik dan toch geweest.

Overweldigend. Helemaal geen klassiekerig gedoe, maar een absolute expressie van de gevoelens van de kunstenaar bij episodes uit de Ilias of enkele verzen van Homeros. Bloedregen hangt naast En de Skamander kleurde rood met bloed. In deze en de andere doeken van ca. twee bij anderhalve meter (ik kan er best een halve meter naast zitten) wil de schilder, die de laatste oorlog heeft meegemaakt, 'nadenken over de “menselijke conditie” en de verschrikkingen en de wanhoop van de moderne tijden'. Maar eigenlijk kon ik best zonder dit typische expositievocabularium. De beelden komen met enorme kracht op je af. Ik probeerde telkens eerst te raden wat het onderwerp was voordat ik de titels las. Meestal lukte het niet, maar zodra ik dan de titel las was het buitengewoon boeiend om te zien wat Cox uit dat onderwerp naar voren gehaald had. Misschien hebt u u ook afgevraagd wat het werk links voor titel heeft. Het is Achilles achtervolgt Hector. De schilderijen blijven figuratief, maar lijken beelden uit een kwade droom. Hier rechts ziet u Warriors. De cyclus in de tentoonstelling telt, schat ik, zo'n 15 werken.
Daarnaast is er nog heel veel ander werk te zien, waaronder een Orpheuscyclus, vroeger dan de Ilias en voor mij althans minder boeiend, alhoewel zijn Dansende maenaden (zeer groot) ook buitengewoon knap is van gevoel en compositie. Hier links een Pastorale.

Wat buitengewoon tegenviel was het aanbod in de museumboetiek. Er was een superdikke glanzende catalogus, die ongetwijfeld knap is, maar als je je op iedere tentoonstelling zoiets aanschaft puilt je huis snel uit, om van de kostprijs niet te spreken. En daarnaast waren er nog welgeteld twee (2) postkaarten te koop. Geen samenvattend tijdschrift, geen posters, geen kleine boekjes, geen kalender. Het kon er blijkbaar niet af.
3-5-08
Bert Beyens draaide samen met Pierre De Clercq 20 jaar geleden de film Jan Cox A Painter's Odyssey. Hij stuurde mij een mail om te zeggen dat die nu op dvd uit is, en verkocht wordt in het museum. Hij kan ook besteld worden op dit adres. Na mijn 'klacht' hierboven lijkt het me redelijk dat ik dit vermeld.

zondag 6 april 2008

Nieuw op de CyCadewebsite
Griekse muziek

Afl. 6

Griekse muziek ken ik vooral van de afbeeldingen op vazen van fluitspeelsters, of een musicerende Apollo, een zingende Orpheus of met cymbalen dansende maenaden. Je beseft wel dat muziek een heel belangrijk deel uitmaakte van het oud-Griekse leven, maar hoe het klonk, dat is giswerk. Men heeft interessante pogingen gedaan om die muziek weer tot leven te brengen. Ik heb in mijn kast zo een paar cd's staan van Petros Tabouris maar ook hij noemt het, in het begeleidende boekje, 'pogingen'. Een scholier heeft hier een website over Griekse muziek (de knoppenbalk is niet onmiddellijk zichtbaar op de homepage, daarom link ik hier naar 'Webmaster', dan zie je ze wel). En natuurlijk doet ook Wikipedia haar duit in het zakje.

In verband met Griekse muziek heb ik één tekstje op mijn website gezet: de mythe van Syrinx en Pan, met vocabularium en wat uitleg. Het verhaaltje speelt zich af in een arcadische omgeving en wordt verteld in Longos' herdersroman Daphnis en Chloë. Er zijn heel wat Griekse mythen die over metamorfoses verhalen, vaak van vrouwen die, hoe kan het anders, belaagd worden door een mannelijk personage. Onze Syrinx is een nimf die haar toevlucht zoekt tot een rivier waar ze aan haar belager ontkomt door te veranderen in riet. Zo komt het dat de uit rietpijpen vervaardigde panfluit syrinx heette.
.