zaterdag 15 mei 2010

Commentariolum petitionis
of Hoe win ik de verkiezingen?


Wie vorige zaterdag naar het Oudmaarnietout-evenement in Leuven kwam wist dat het er niet over de vitaliteit van senioren zou gaan. Ook al leken veel elementen in die richting te wijzen: grijs was de hoofdkleur van het universiteitsgebouw, van de kale aula, van de verlichting, van de haren van de aanwezigen. Als je op tijd was gekomen bekroop de twijfel je of ze wel meer dan dertig man bijeen zouden krijgen. Je kon er het spreekwoordelijke kanon afschieten.

Een half uur later was het halfrond gevuld met ca. 250 colloquiumgasten en was een lezingenreeks begonnen van een kwaliteit die ik de laatste jaren niet veel meer heb meegemaakt. De sprekers bekeken hun onderwerp uit de klassieke oudheid met hedendaagse ogen en gaven vice versa antieke beschouwingen bij hedendaagse issues.

Er was een pleidooi voor het behoud van een Grieks-Latijnse waar nog tijd besteed zou blijven worden aan diepgaande moeilijke teksten, als een 'weldadig elders' in ons hedendaagse onderwijs. Het ging over de positieve waarde van retoriek, een onderwerp/vaardigheid die niet meer uit onze scholen geweerd zou mogen worden. Over Europese cultuur en tolerantie. Over vrijheid van meningsuiting en de aanzet daartoe in de Atheense democratie (met een knipoog naar de actualiteit: 'We blijven schatplichtig aan Griekenland'). Deze enkele omschrijvingen doen natuurlijk geen recht aan de degelijke en rijke argumentatie waarmee alles gebracht werd, maar het is niet mijn bedoeling om hier een samenvatting te geven. Hopelijk zetten organisatoren UGent en ULeuven de lezingen snel op hun website.

De hoofdvogel, voor mij, maar naar het applaus te horen ook voor de anderen, werd afgeschoten door Bart De Wever. In een onverdacht verleden had hij toegezegd te komen spreken, maar deze zaterdag wist iedereen dat ze een politicus in volle verkiezingsstrijd voor zich hadden. Iemand die in het niet-politieke leven een historicus is met een bewondering voor Caesar. Hoe conservatief kun je zijn ;-) Zou hij het afraffelen en snel verdwijnen? Dat laatste inderdaad, maar het eerste was een heerlijk commentaar bij het eigen politieke bedrijf, meer bepaald de kiesstrijd. Met een captatio benevolentiae en met gebruikmaking van dezelfde retorische trucs die hij op datzelfde moment aan het becommentariëren was illustreerde hij al doende hoe een politicus zijn gehoor hoort te bewerken.

En dit aan de hand van het Commentariolum petitionis van Quintus Tullius Cicero, jongere broer vàn, die dit tekstje voor broer Marcus uitgeschreven zou hebben als handboek voor zijn verkiezingsstrijd voor het consulaat. (Engelse vertaling hier) Zou, want die toeschrijving wordt betwist. Ik heb spijt dat ik nu pas het bestaan van deze tekst te weten kwam - of dat ik hem al die tijd vergeten was :-( -, want het zou heerlijke lectuur in de les Latijn geweest zijn; Quintus' adviezen zijn herkenbaar 'politiek' en actueel, wat niet altijd gelijk staat met 'ethisch hoogstaand'. Enkele door De Wever aangehaalde voorbeelden:

Pleeg karaktermoord op je tegenstanders, maak hen bijv. 'guilty by association': in hoofdstuk 2 en 3 wordt de beerput van Marcus Antonius en Catilina opengedaan. Quintus' advies in hoofdstuk 13: Zorg, indien mogelijk, dat er een nieuw schandaal over je tegenstanders aan het licht komt, iets met misdaad, zedeloosheid of corruptie, al naargelang het past bij hun karakter.

Maak gebruik van het 'bandwagon effect': hoofdstuk 9, waar Cicero de raad krijgt altijd veel aanhangers rond zich te hebben, vooral op het forum, zodat zijn zichtbare populariteit een 'aanzuigeffect' zou veroorzaken. (En niet lang na De Wevers speech kon hij van datzelfde effect profiteren, toen aanhanger Siegfried Bracke een vloed aan nieuwe partijleden aanbracht.)

Spreek de mensen persoonlijk en met hun naam aan en ga persoonlijk overal op uitnodigingen in: hoofdstuk 11 en 12 beschrijven het campagnevoeren tot in de details. (In de 'nomenclator', de slaaf die zijn meester moest helpen met het onthouden van de namen, ziet De Wever de huidige campagnemedewerkers.)

Als je om iets gevraagd wordt, beloof dit dan altijd en als je toch nee moet zeggen, doe het dan zo voorkomend mogelijk: hoofdstuk 11 over de 'verkiezingsbeloften'. (De Wever heeft na zijn speech beloofd, daarom gevraagd door de organisator, dat hij de tekst ter beschikking zou stellen. ;-)