zondag 26 oktober 2008

Timeo Danaos et dona ferentes...



En de juiste toedracht van de marathonloop is blijkbaar ook in een parallax te ontdekken :-)

zaterdag 18 oktober 2008

American Latin trends

Volgens één maatschappijanalyse (van de vele) gaan tijdens een hoogconjunctuur de vrouwenrokken naar omhoog , tijdens een laagconjunctuur naar omlaag. Zo klom in de woelige sixties de rok tot aan het zitvlak, in de oliecrisis-seventies droeg men de maxirok, tot aan de enkels. Te nemen voor wat het waard is.

Maar kijk, wat lees ik in de New York Times?
The study of Latin and Greek, with illuminations on morality, philosophy, mob rule and chariot races, reached a nadir in the greedy ‘80s and ‘90s, when it seemed irrelevant for kids who yearned to be investment bankers and high-tech millionaires. But now we’ve learned the hard way that greed is bad — avaritia mala est — and the classics have staged a comeback. Amo Latinam, so I was happy to see last week’s Times story about the soaring enrollment for Latin classes in New York.

Latijn als een graadmeter voor conjunctuur, dat is de conclusie van Maureen Dowd in dit artikel van 11 oktober (hat tip Michel Berger). Het is de moeite om er eens naar te gaan kijken, want Dowd laat het niet bij haar beschouwingen over de huidige financiële crisis, de race McCain/Obama en de terugkeer naar het stoïcisme. Zij breit er nog een hilarisch 'Latijns' stuk aan vast, waarvoor, behalve kennis van Latijn, ook enige vertrouwdheid met Shakespeare en Amerikaanse uitdrukkingen de lezer van pas komen. (Een schitterende satirische vondst vind ik de barracuda borealis, alias Sarah Palin :-)

Het NYT-artikel waar Dowd naar verwijst is van 6 oktober, getiteld 'A Dead Language That’s Very Much Alive'. De New York Times besteedde al in 1990 aandacht aan een dergelijke - grote - opleving van het onderwijs in het Latijn*, toen men zelfs in de basisschool Latijn onderwees en er een tekort aan leraren was (wat dat betreft slaat Dowd, meegesleept in haar retorische ijver voor de goede zaak, dus de plank mis).
--------------
* (Zie ivm. de inspanningen om het Latijn in de USA voor het onderwijs te behouden ook mijn artikel uit 1997, over de Standards for Classical Language Learning).
.

zaterdag 4 oktober 2008

Het vrije Germania

Iedere week beantwoordt een redacteur in de wetenschapsbijlage van De Standaard een vraag van een lezer. Deze week ging het over de Romeinse heirbanen (2/10). Hoe die Romeinen ze zo kaarsrecht konden krijgen. Tijdens het informatieve gekeuvel viel me een zinnetje op dat me in mijn kleine Pauly* deed duiken. Wat schreef redactrice Kim De Rijck namelijk:

"Zo liep er een Romeinse weg van Boulogne, destijds een belangrijke havenstad, over Bavay en Tongeren naar Keulen, dicht bij het front met het vrije Germania."
Front? Waar de vrije Germanen in stellingen lagen tegenover de oprukkende Romeinen? Het doet wat modern en statisch aan en lijkt helemaal niet op het ratten-en-ravenspelletje tussen Romeinen en Germanen. Het vrije Germania heeft dan weer de klank van een ongerept volk dat zijn vrijheid moet verdedigen tegen een brute wereldmacht. Misschien niet zo bedoeld, maar het deed nadenken. De vraag is: als die 'vrije' Germanen het 'oorspronkelijke' grondgebied van de Romeinen, Italië, proberen te veroveren, spreken we dan over het 'front met de vrije Romeinen'? Het is die Germanen uiteindelijk ook gelukt, maar dan heetten ze alweer Goten.

De honderden kilometers lange grenslijn die de Romeinen beschouwden als het einde van hun territorium en het begin van het Germaans gebied, de limes, was inderdaad bezaaid met fortificaties van het Romeinse leger, maar die dienden vooral om de Germanen buiten te houden. Wat geregeld niet lukte. Dan was een stuk limes dus af en toe een front. Keizer Marcus Aurelius o.a. heeft jarenlang tegen binnenvallende Germanen moeten vechten (die openingsscène in de film Gladiator geeft er een magistrale impressie van). Het oorlogs- en veroveringsspelletje werd in Europa en daarbuiten door iedereen gespeeld. De Romeinen zijn er een paar eeuwen behoorlijk goed in geweest.

De Pauly, monument van deutsche Gründlichkeit, had uiteraard aardig wat referenties i.v.m. de limes en Germania.
Der Name ist den Römern durch die Gallier bekanntgeworden, die damit ihre ö. Nachbarn bezeichneten, wobei der Name eines Einzelstammes**(der G. cisrhenani) auf das Gesamtvolk übertragen wurde (Tac.Germ.2). (-) Die G. selbst haben diesen gemeinsamen, sie zu einer Nation zusammenschliessenden Namen niemals gebraucht, und wie sie sich zwar als verwandt, jedoch nicht als Einheit empfunden haben, so ist auch ihre Gesch. nicht die des Gesamtvolkes, sondern ihrer einzelnen Völkerschaften.
En (even) tot mijn verrassing vond ik ook dit:
...die Gebiete zwischen der Reichsgrenze und dem Freien Germanien, das Limesvorland, lagen im Einflussbereich röm. Grenzpolitik, (-). Das Land bis zur Elbe blieb durch die Niederlage des Varus davor bewahrt, in die pax Romana einbezogen zu werden, die dort ansässigen Stämme konnten als freie Germanen sich weiter untereinander befehden.
Gesamtvolk, Völkerschaften (later weer Stämme genoemd): hoe Duitser kun je het formuleren :-) ? Maar DS-redactrice Kim De Rijck heeft hier wel een autoriteit achter zich met een Vrij Germanië. Autoriteit wat betreft de feiten, zeker, maar in het voorafgaand artikel, Germani, suggereert hij dat dit een onjuiste benaming is, omdat zoiets als een vrij Germanië op dat moment gewoon niet bestond in de gedachten van de Germanen: het is m.i., om bij het Duits te blijven, een moderne Hineininterpretierung. Ik kan zeker de ironie in zijn laatst geciteerde zin waarderen, waar hij het heeft over de Germaanse volksstammen die in alle vrijheid hun vetes met elkaar kunnen blijven uitvechten, omdat ze gespaard gebleven zijn van de pax Romana (waarover Tacitus de Britse leider Calgacus laat zeggen: "ubi solitudinem faciunt, pacem appellant", m.a.w. 'waar zij [= de Romeinen] een woestenij maken noemen ze dat vrede'.)

---------------------------
* Der Kleine Pauly - Lexikon der Antike in fünf Bänden - een zeer gecondenseerde pocketuitgave van de machtige Realenzyklopädie der klassischen Altertumswissenschaft
** Ook de Grieken, die zichzelf Hellenen noemen, zijn op die manier aan hun naam gekomen: de eerste volksstam die de Romeinen aan de kust van de Peloponnesus tegen kwamen heette (in het Latijn) Graeci.

---------------------------
- De Romeinen hebben de naam via de Galliërs leren kennen, die hun oosterburen zo noemden, waardoor de naam van één enkele stam (die van de Germani cisrhenani) op het hele volk van toepassing werd. (-) De Germanen zelf hebben deze gemeenschappelijke, hen tot één natie groeperende naam nooit gebruikt en terwijl zij zich weliswaar verwant, maar niet één gevoeld hebben, zo is ook hun geschiedenis er niet een van één-volk-één-natie, maar van haar afzonderlijke volksstammen.
- ...de gebieden tussen de rijksgrens en het Vrije Germanië, het land gelegen vóór de limes, lagen binnen het invloedsbereik van de Romeinse grenspolitiek. (-) Het gebied tot aan de Elbe bleef door de nederlaag van Varus ervan gevrijwaard om deelachtig te worden aan de pax Romana, de daar gevestigde stammen konden zich als vrije Germanen blijven bezig houden met onderlinge vetes.