zondag 3 april 2016

Orthesen en prothesen


De sharia, de juridische regelgeving van de godsdienst van de vrede, voorziet een oog-om-oog-straf voor de verminking van een medemens. Iran en omgeving is hiermee geregeld in het nieuws. Wat zou er nog overblijven van Salah Abdeslam als hij onderworpen zou worden aan deze niet-westerse vergelding? Natuurlijk, als hij zijn bommetje had laten ontploffen was het wat anders geweest, maar nu zit hij op rozen. Westerse softies hebben (is dat even een meevaller) nog niet het mohammedaanse licht gezien.

Beste lezer, zoals u merkt is de toon deze keer minder mild, dus prima als u wegklikt, maar ik wil hier nog even verder gaan. Naast de geestelijke en lichamelijke pijn die sommige mensen van de ene seconde op de andere is aangedaan, door een terroristische aanslag op hun leven, moeten zij ook nog eens, waarschijnlijk de rest van dat leven lang, zich beginnen bezig te houden met de technische organisatie van hun mobiliteit. De media hebben zich (traditioneel) onthouden van grafische beschrijvingen van het resultaat van de ontploffingen, vandaar dus de voorspelbare voorpagina van Charlie Hebdo.

Want zo was het natuurlijk.

Kaarsjes op het Beursplein in Brussel helpen alleen maar de mensen die ze aansteken, ze brengen geen enkele hand of been terug. Daarvoor zal een lange en moeizame orthopedische behandeling hulp moeten bieden. De getroffen mensen zullen het zelf moeten klaren - ik wens hen al de sterkte die ze kunnen krijgen. Ik zal dit als mijn kaarsje beschouwen, aandacht voor wat er gebeurd is, niet meer en ook niet minder dan dat.

----------------

Pieter Bruegel de Oude had in de redactie van Charlie Hebdo kunnen zetelen. De spiegel die hij zijn tijdgenoten voorhield was al even rauw en schokkend. Zij waren gewoon aan mooie gave madonna's en anatomisch perfecte mythologische goden en helden. Bij Bruegel zie je lompe personages, scharminkels en afstotelijke figuren, in een realistische omgeving, en niet in een fantasiewereld zoals bij Jeroen Bosch. De afbeelding hiernaast is (vind ik) uiterst onaangenaam om naar te kijken.

Maar het vraagt niet veel historisch inzicht om te beseffen dat wat we ons nu met veel tegenzin voor ogen halen, een verminkte medemens, in al de eeuwen die achter ons liggen een bijna vertrouwd beeld was in het verwachtingspatroon van onze voorouders. Ziektes, oorlogen en wat we tegenwoordig 'etnische zuiveringen' noemen maakten dat mensen, die ooit 'heel' waren, onherroepelijk ingelijfd werden in het legioen van de 'gebrekkigen'. Eigenlijk nog niet zo lang geleden is er pas een zwakke lichtschijn gekomen in de wereld van de verminking en dat dankzij de technische oplossingen van deze tijd.

Het is verbazend hoe weinig we uit de oudheid te weten komen over hulpmiddelen die bijvoorbeeld een kreupele gebruikt om zijn gebrek te compenseren. De algemene verklaring is, dat alleen 'hele' mensen voor vol werden aangezien, en dat een handicap tegelijk ook de 'waarde' van de mens omlaaghaalde. Zoiets is beschamend, dat laat je niet zien. Van de Spartanen is bekend dat ze 'mismaakt' geboren kinderen in een kloof in het Taügetosgebergte wierpen. De Grieken hadden wel bewonderende aandacht voor het jonge gezonde lichaam, getuige de beeldhouwwerken en vaasschilderingen, maar afbeeldingen van gebrekkigen vind je niet terug, zelfs niet in de hellenistische periode, waarin men wel al eens een beeld durfde neerzetten van een dronken oude vrouw.

Ook bekende Romeinse artsen als Celsus en Galenus hebben heel wat geschreven over amputaties, maar over hulpstukken ter revalidatie vind je er niets. Zouden die dan niet bestaan hebben? Je vindt teksten waarin iemand die lam was werd gedragen (als je rijk was) en bijv. in het Evangelie is er het verhaal over de lamme die door familieleden op zijn baar door het dak naar beneden gelaten werd, in Kafarnaüm, waar Jezus het volk ontving. Waarna deze de beroemde woorden sprak: "Neem uw bed op en wandel". En het wonder geschiedde. (Hier, op p.15 e.v. vindt u meer.)

Natuurlijk heeft men altijd hulpstukken gebruikt om een gebrek te compenseren, zodra het mogelijk was. Alleen was het geen onderwerp waarover men schreef, zoals er nog aspecten van de oudheid onbekend blijven, om dezelfde reden. Op de tekening hiernaast (komediepersonages, Tarente, 4e eeuw v.C.) zien we een oude man en zijn slaaf, blijkbaar gezond van lijf en leden, maar beiden met een stok. Zo weten we dat ze op reis zijn en zich wapenen tegen de oneffenheden van de weg. Een wandelstok, een soort kruk voor gezonde mensen, is een voorbeeld van een orthese. Deze afbeelding is voor mij voldoende als bewijs dat toen ook voor - beschamende - gebreken dergelijke hulpmiddelen gebruikt zijn.

Je hoeft de Ilias maar door te lezen om te beseffen dat de oude Grieken (Homeros, 8e eeuw v.C.) een behoorlijke portie kennis van de anatomie hadden, misschien voornamelijk door observatie in oorlogssituaties:

                                                   Maar Tudeus' zoon nam een groot stuk
rotssteen ter hand dat geen twee der huidige mensen in staat zijn
samen te tillen. Hij echter zwaaide het weg of het niets was.
Daarmee trof hij de heup van Aeneas, daar waar het dijbeen
draait in de kom van de heup, de heuppan zoals hij genoemd wordt.
Deze, de heuppan, brak, en de beide dijspieren knapten;
't kantig stuk rotssteen scheurde een stuk van de huid af.
                                              (Ilias V,302-308, vert. De Roy van Zuydewijn)

Ik kreeg bij het lezen even een flits van een spijkerbom die zijn verwoestend werk deed. Aeneas' wonden worden geheeld door enkele godinnen, naar wie zijn moeder Afrodite hem evacueert. Of dat met een prothese gebeurde staat er niet bij, wel dat hij zijn schoonheid weer terugkreeg. Griekser kan zo'n opmerking niet zijn.

Over prothesen, lichaamsdeelvervangende hulpmiddelen, is misschien weinig te vinden in de Griekse literatuur, maar er zijn tenminste twee, bekende, verhalen die er expliciet over handelen.

Het eerste is de mythe van Tantalos en Pelops. Tantalos zet de goden een maal voor waarbij het hoofdingrediënt zijn zoon Pelops is. Om te testen of zij echt alwetend zijn. Niemand raakte het aan, behalve de godin Demeter, in haar verstrooidheid door het verdriet om het verlies van haar dochter. Zij peuzelde een schouder op. Gelukkig zorgde de oppergod dat Pelops weer tot leven gewekt werd met de verzamelde stukken van het gerecht. Alleen aan de schouder moest gewerkt worden: Demeter bezorgde hem een stuk ivoor, waaruit een kunstschouder gemaakt werd.

Nu kun je zeggen: goden kunnen alles, maar dat wil nog niet zeggen dat de Grieken geloofden dat mensen dat ook kunnen. Dan heb ik hier een verhaal uit Herodotos (Hist. 9,37), dat misschien echt gebeurd is, want gesitueerd ergens rond 485 v.C.: een zekere Hegesistratus wordt door de Spartanen gevangen gezet met zijn been in een met ijzer beslagen houten blok, met de belofte dat ze hem eerst nog eens stevig zullen folteren voordat hij geëxecuteerd wordt. Hegesistratus is ongetwijfeld een verre voorvader van Rambo, of zo, want hij gebruikt een binnengesmokkeld ijzeren instrument om genoeg van zijn voet te amputeren om hem uit het blok te kunnen trekken. Daarna hakt hij een gat in de muur van zijn cel (want voor de deur staat een schildwacht) en ontsnapt. Drie nachten lang kan hij op anderhalve voet uit de handen van zijn achtervolgers blijven totdat hij asiel krijgt in Tegea, waar zijn voet kan helen. En dan maakt hij zich een houten voet (ὑγιὴς δὲ γενόμενος καὶ προσποιησάμενος ξύλινον πόδα) en neemt deel aan de Perzische invasie, tegen de Spartanen, op die houten voet.

Een mooi bravourestukje, maar voor Hegesistratus loopt het toch niet goed af. Ze krijgen hem even later te pakken.

Naast verhalen zijn er ook concrete bewijzen gevonden dat er prothesen gemaakt werden.
Ongetwijfeld zal hout het meest voorkomende materiaal geweest zijn, maar dat is al lang vergaan. In Capua echter is in een graf van de 3e eeuw v.C. een skelet gevonden met een uitstekend gevormd kunstbeen uit brons, ijzer en waarschijnlijk ook hout. En Plinius verhaalt dat een veteraan uit de 2e Punische oorlog zich een hand uit ijzer had laten vervaardigen als vervanging van de hand die hij in de strijd verloren had. En van keizer Justinianus II is bekend dat hij een gouden neusprothese droeg nadat zijn vijanden hem de neus hadden afgesneden. Maar nu zitten we al in de 7e eeuw van onze jaartelling.

Zoals steeds: wie rijk was kon zich dit permitteren, wie arm was moest zich behelpen, zoals Bruegels bedelaars. In onze tijd lijken de goden soms even van de Olympus te zijn neergedaald en kunnen zij ons onze schoonheid teruggeven, toch min of meer. Ik wens dat aan alle slachtoffers toe.