donderdag 29 april 2010

De duiven van Delphi


Een paar dagen geleden wandelde er een duif rond in mijn tuin en voor mijn voeten. Een mooi diertje met een zacht verenpak, dat zich zonder angst liet oppakken en wegzetten, uit mijn weg. Even later lag hij op zijn zij, dood. Wat nu? Aan de ringen rond zijn pootjes te zien was het een postduif, het geluk van de duivenmelker. Hoe kon ik de eigenaar het droevige nieuws melden? Heel eenvoudig. Op de ongelooflijk verzorgde website van de Nederlandse duivenbond NPO (op één van de ringen stond NL) kun je klikken op 'Duif gevonden?'. Via de informatie op de ringen had ik onmiddellijk het telefoonnummer van de eigenaar te pakken. En deze vertelde me dat zijn diertje gelost was in Pomerol en op weg was geweest naar zijn hok in Baarn. Een afstand van 1000 km. Jammer.

Bij mijn zoektocht had ik en passant geleerd dat de snelheid van een duif in 'mpm' wordt uitgedrukt, wat 'meters-per-minuut' betekent. Een prijsduif kan bijvoorbeeld 1700 mpm halen, wat ongeveer 100 km per uur is. Ik ontdekte ook dat de duivensport in België uitgevonden is, in het Antwerpse. Waar een klein land groot in kan zijn ;-)

De eersten die zouden begonnen zijn met het kweken van postduiven waren de Grieken, tenminste volgens de website van de NPO. Bij Herodotus vinden we links en rechts 'duivenanekdotes', bijv. een over de stichting van het orakel van Dodona in Griekenland, waaruit je in ieder geval kunt opmaken dat men wist dat duiven zeer lange afstanden aankunnen. Vanuit Thebe in Egypte was een zwarte duif neergestreken in het noorden van Griekenland en had de mensen daar met een mensenstem duidelijk gemaakt dat zij een tempel voor Zeus moesten oprichten. Het hele verhaal vind je hier (Her. Hist. II, 55 e.v.).

Een nog mooier verhaal vind ik de (onderbouwde) hypothese van Robert Temple, een wetenschapshistoricus, die ik gevonden heb in Ancient Inventions van James en Thorpe (1994 p.528 e.v. - het boek is een schatkamer, van harte aanbevolen). Zij behelst een andere orakelanekdote in Herodotus, Hist. I, 46 e.v. Temple heeft zichzelf afgevraagd hoe het mogelijk was dat orakels zoals Delphi vaak zulke accurate uitspraken konden doen. Geloof in bovennatuurlijke krachten en helderziendheid kun je hem zeker niet aanwrijven ;-)

Over welke accurate uitspraak gaat het? De steenrijke koning Croesus van Lydië voelt de hete adem van de Perzen in zijn nek en besluit een orakel te raadplegen over welke verdere stappen hij moet ondernemen. Maar voordat hij deze vraag stelt doet hij eerst een 'marktonderzoek': wélk orakel is eigenlijk betrouwbaar? Hij stuurt delegaties naar een aantal Griekse orakels en zelfs één in Libye met de opdracht exact 100 dagen na hun vertrek aan de orakels de vraag te stellen wat hij, Croesus, die dag voor bijzonders aan het doen is. Delphi slaagt met vlag en wimpel, want dat antwoord was helemaal en tot in de details correct.

Toch had Croesus moeite gedaan om iets totaal onwaarschijnlijks (volgens Herodotus) te doen: hij had op de honderdste dag een lam en een schildpad in een koperen ketel, met deksel, gekookt. En de Pythia had op dezelfde dag verklaard:

Tot mij dringt nu de geur van den stevig ompantserden schildpad,Daar hij in 't koperen vat tegelijk met het lamschvleesch gekookt wordt.
Koper is onder zijn lijf, en koper ook dekt hem van boven.


Recht in de roos.

Van de machtige beheerders van het orakel van Delphi was bekend dat zij overal in de klassieke wereld connecties hadden en onderhielden, zodat zij als geen ander van de actualiteit(en) op de hoogte waren. Zij wisten meestal ook al lang op voorhand met welke vragen delegaties het orakel tegemoet reisden, zodat zij op hun gemak een antwoord konden fabriceren. Ook dit had Croesus met zijn plannetje willen uitsluiten. Maar de connecties van Delphi in het Sardes van Croesus - en dit is de hypothese van Temple - hadden nog andere pijlen op hun boog, meer bepaald postduiven. De afstand tussen Delphi en Sardes is ongeveer 700 km in vogelvlucht. In zeven à acht uur kan een raceduif die afstand overbruggen. Als 'Delphi' het vragenuurtje uitstelt tot 's avonds hebben ze zelfs nog ruim de tijd om hun antwoord in mooie hexameters te gieten, zoals Herodotus vermeldt. Hetzelfde geldt volgens Temple ook voor de correcte profetieën over de afloop van veldslagen voordat iemand hier al van op de hoogte was: de duiven waren sneller dan boodschappers te paard en te voet.

De hypothese van Temple kan niet bewezen worden met rechtstreekse verklaringen uit de oudheid. James en Thorpe: "Temple's case is based on circumstantial details - as it would have to be, since the priests would have guarded their secret very carefully. But these clues are so persuasive that it can hardly be doubted that he has discovered the truth about an "advance news" system used by the oracles. There is a mass of literary evidence to show that the oracles kept cotes for pigeons, doves or other birds, ostensibly because they were sacred to the divinity who spoke through the oracle. For example at Dodona, in northern Greece, the priests were said to receive messages from the god Zeus by listening to the cooing of doves; the guild of priestesses who transmitted the oracles even called themselves the Rock Pigeons."

Ze geven nog voorbeelden, maar dat zou in dit bestek te ver voeren. Ik in ieder geval ben overtuigd.

zaterdag 17 april 2010

Vulkaanhinder en ander meteorologisch ongemak


Voorlopig blijft de berichtgeving over de vulkaanstofwolken uit IJsland nuchter en wetenschappelijk onderbouwd. Het is nu nog wachten op bevlogenen en glazenboltuurders die wat sappigheid en kleur geven aan de verwachtingen over het voortbestaan van onze aarde of de bedoelingen van een god. Maar misschien raadpleeg ik niet de juiste media ;-)

Keizer Augustus (dit is tenslotte een blog over de klassieke oudheid), gewiekste mediamanipulator avant la lettre, wist wel weg met een aswolkje en andere meteorologische hinder. Bij de spelen, georganiseerd ter ere van Venus Genetrix, kort na de begrafenis van Iulius Caesar, zijn adoptiefvader, in de maand juli, 44 v.C., verscheen overdag een komeet aan de hemel, die nog een hele week zichtbaar zou blijven. Augustus, die toen nog niet Augustus genoemd werd, maar gewoon Octavianus heette, en die toen ook nog geen keizer was (dat begrip moest nog uitgevonden worden) was op dat moment volop bezig met de opbouw van zijn imago als the one and only geschikte persoon om het roer van Rome in handen te nemen.

Plinius de Oudere vermeldt de gebeurtenis in zijn Naturalis Historia (2, 93-94*) als hij het heeft over een tempel voor een komeet, de 'enige in de hele wereld', in Rome. De komeet was natuurlijk Caesar geweest, op weg naar zijn vergoddelijking in de hemel, zoals Augustus nadrukkelijk verklaard had, zich daarbij koesterend in de zon van zijn adoptiefvader. Dat de verschijning op de spelen voor Venus Genetrix was gebeurd was geen toeval, want Venus was toch de stammoeder van Caesar (en Augustus dus ook een klein beetje familie)? De 'komeet van Caesar' speelde ook later nog (daarover straks) een belangrijke rol in de consolidatie van Augustus als heerser over Rome. Plinius merkt op: 'eerlijk gezegd bleek het verschijnen van de komeet een heilsvoorspelling te zijn voor de hele wereld'. Dat kan tellen als compliment voor Augustus, door iemand die het niet nodig had hem naar de mond te praten, want hij leefde een eeuw later. Nog een eeuw later vinden we de komeet terug bij Suetonius (Leven van Caesar, 88).

Zo ook Plutarchus (Leven van Caesar, 69,4-5). In één adem heeft Plutarchus het over - en hier komt onze aswolk - een 'versluiering van de zon, die een heel jaar duurde en voor een barslechte oogst zorgde'. Plinius, gortdroog maar ter zake, zegt hierover (N.H. 98): Fiunt prodigiosi et longiores solis defectus, qualis occiso dictatore Caesare et Antoniano bello totius paene anni pallore continuo. (Soms laat de zon het afweten voor langere tijd, als voorteken, zoals ten tijde van de moord op dictator Caesar en de Antonijnse oorlog, met een bleek schijnsel gedurende bijna een heel jaar.)

Waar kwam die versluiering van de zon vandaan? Een eigentijdse auteur als Vergilius heeft daar een mooie beschrijving van gegeven:

Ille etiam exstincto miseratus Caesare Romam,
cum caput obscura nitidum ferrugine texit
impiaque aeternam timuerunt saecula noctem. (G. I,466-468)


'Hij (de zon) had medelijden met Rome na de moord op Caesar, toen hij zijn glanzende hoofd met een duistere roestkleurige laag bedekte en toen de goddeloze mensheid (daardoor) vreesde voor de intrede van een eeuwige nacht.'

Naast o.a. het beven van de Alpen, het verschijnen van bliksems bij heldere hemel en kometen (non alias caelo ceciderunt plura sereno fulgura nec diri totiens arsere cometae) heb je dan ook nog de Etna die aan het uitbarsten is (Quotiens Cyclopum effervere in agros vidimus undantem ruptis fornacibus Aetnam, flammarumque globos liquefactaque volvere saxa!). Aha. En dat allemaal in het jaar 44 v.C.
Vergilius was hét dichterlijke paradepaard voor de propaganda van Augustus, dus na deze passage over een hele reeks vreemde (natuur)verschijnselen na Caesars dood is het helemaal niet vreemd dat we op het einde de zending van Augustus als redder van Rome aantreffen:

Di patrii, Indigetes, et Romule Vestaque mater,
quae Tuscum Tiberim et Romana Palatia servas,
hunc saltem everso iuvenem succurrere saeclo
ne prohibete. (G. I,498-501)


Of, parafraserend: beste aloude eerbiedwaardige goden, laat deze jongeman zijn reddend werk voor Rome doen.

De aswolk dus. Sommigen hebben de vreemde meteorologische verschijnselen in 44 v.C. toegeschreven aan het rakelings passeren van de komeet langs de aarde. Tycho Brahe zou afdoende aangetoond hebben dat een komeet dat niet doet, dat het m.a.w. geen meteorologisch verschijnsel is, maar een astronomisch. Een logische overblijvende verklaring is dus dat de Etna de boosdoener is geweest met een aswolk, zoals ook dit artikel beweert.

Toen er in 18 v.C. weer een komeet aan de hemel verscheen was dit voor Augustus (toen wél keizer) een dankbare aanleiding om in een volgende propagandaversnelling te gaan. Kometen zijn tekens en deze was een teken dat er een nieuwe periode van heil aanbrak voor Rome, natuurlijk met Augustus aan het roer. Want deze komeet betekende de terugkeer van Iulius Caesar, om de keizer een steuntje in de rug te geven. (Ik heb hier nog geen Latijnse tekst over gevonden - hints welkom - en ga af op wat ik in vorige link gelezen heb.) In dat jaar gaf Augustus dan ook de (blijkbaar beroemde) denarius uit waarop hijzelf én de komeet van Divus Iulius afgebeeld staan.

-----------------------------
* Plinius, N.H. 93-94: Cometes in uno totius orbis loco colitur in templo Romae, admodum Faustus Divo Augusto iudicatus ab ipso, qui incipiente eo apparuit ludis, quos faciebat Veneri Genetrici non multo post obitum patris Caesaris in collegio ab eo instituto. namque his verbis in . . . . (-) gaudium prodit is: Ipsis ludorum meorum diebus sidus crinitum per septem dies in regione caeli sub septemtrionibus est conspectum. id oriebatur circa undecimam horam diei clarumque et omnibus e terris conspicuum fuit. eo sidere significari vulgus credidit Caesaris animam inter deorum inmortalium numina receptam, quo nomine id insigne simulacro capitis eius, quod mox in foro consecravimus, adiectum est. haec ille in publicum; interiore gaudio sibi illum natum seque in eo nasci interpretatus est. et, si verum fatemur, salutare id terris fuit. (Thanks to Bill Thayer for providing this text)

Cycade administration

After scrutiny of my main web page, where I found several dead links to very alive web sites, I have kicked my lazy behind and made an update. My apology to those who came to visit and were sent to nowhere. But since I have found the right url's very quickly, I suppose they did too, without my website's 'help' ;-)
You can now reach again, via Cycade, the following sites:
- Mr. Donn's Ancient History
- Naissance de la Démocratie
- Aiolos
- Carnet d'adresses sur l'antiquité gréco-romaine