zondag 24 januari 2010

Erasmus.
Toen boeken nog nieuw waren


Wat is het nieuwe van mijn tijd? Wat kan een babyboomer opsommen als een absoluut 'eerste' in zijn tijd? Ik kan me voorstellen dat daar een aardige boom over opgezet kan worden. Ik zal mijn keuze maar tegelijk op tafel gooien, ik lees het wel als u daar een afwijkende mening over heeft ;-): de mens op de maan en het internet.

Ik vroeg me af wat ik zou antwoorden als ik in Erasmus' tijd leefde. Ik denk: de ontdekking van Amerika en de 'uitvinding' van de boekdrukkunst. Bij beide keuzes is er een verovering van een nieuwe wereld en een verduizendvoudiging van de communicatie. Omnis comparatio claudicat, maar de snelheid waarmee begin 16e eeuw de boeken op de markt kwamen in grote hoeveelheden moet boekenliefhebbers hetzelfde gevoel van opwinding gegeven hebben als nu de internetgebruikers bij de steeds groter wordende mogelijkheden ervan.

En als je dan Desiderius Erasmus heet en zelf boeken produceert is de sprong voorwaarts van de boekproductie een geschenk uit de hemel. Erasmus was in 1500 Grieks gaan leren in Parijs en had dat, humanistengewijs, heel snel onder de knie. Zo goed, dat hij zes jaar later o.a. twee tragedies van Euripides, Hekabe en Ifigeneia, vertaalde (in het Latijn), waarover verder. Maar echt bekend is hij natuurlijk door zijn uitgave van de oorspronkelijke Griekse tekst van het Nieuwe Testament, wat voor behoorlijk wat controverse heeft gezorgd in zijn eigen tijd. Al die Griekse manuscripten waren zeker niet met een vingerknip in de Renaissance te voorschijn getoverd: overal in Europa waren er angstvallig bewaarde verzamelingen, die dankzij de nieuwe druktechnieken snel vermenigvuldigd konden worden.

Er was één drukker van Griekse en Latijnse teksten die met kop en schouders boven de andere uitstak: Aldus Manutius. In 1495 was hij met zijn drukkerij in Venetië begonnen, met de vaste bedoeling het Griekse en Latijnse erfgoed te redden. Want hij was niet zo maar een letterzetter, maar eerst en vooral ook een humanist, met een grondige kennis van de klassieken. De stad Venetië had een kleine dertig jaren eerder een collectie van 752 manuscripten (inbegrepen 482 Griekse) cadeau gekregen van de beroemde geleerde Bessarion (1403-1472). Manutius moest dus zeker niet op zoek gaan naar kopij. (De vorige links verwijzen naar een mooie website over Manutius, met veel foto's van zijn drukken: In Aedibus Aldi.)

Er was één bijzonder aspect aan zijn drukwerk dat geleerden van over heel Europa bestellingen bij hem deed plaatsen: hij had een mooie kleine letter ontwikkeld, cursief, met verbindingsstreepjes, die bewonderd werd voor haar sierlijkheid en scherpte en die de prijs van een boek aantrekkelijker maakte, omdat het in een kleiner formaat kon worden uitgegeven. In 1506 en 1507 was Erasmus in Bologna, vanwaaruit hij contact zocht met Manutius voor de uitgave van bovengenoemde vertalingen van Euripides, 'en alstublieft in die mooie kleine letter van jou'. De mannen werden vrienden en Erasmus werkte op een gegeven moment aan zijn Adagia in de drukkerij zelf van Manutius, waar telkens het handgeschreven blad, dat hij af had, onmiddelijk naar de zetter werd gebracht, volgens deze bron, die er jammer genoeg niet bij zegt waar ze deze anecdote uitgehaald hebben. De brief die Erasmus aan Manutius schrijft over zijn vertalingen heb ik wel gevonden, in een Prisma-uitgave van 1960 (vert. O. Noordenbos). Als u, beste lezer, uw jachtige internetleven even wilt stilleggen, zal deze brief waarschijnlijk wel te genieten zijn:

AAN ALDUS MANUTIUS

Bologna, 28 oktober 1507
Dít heb ik dikwijls bij mij zelf gewenst, zeer geleerde Manutius, dat het licht dat gij over de beide literaturen (Grieks en Latijn) verspreid hebt - niet alleen door uw boekdrukkunst en zeer fraaie letters, maar ook door uw vernuft en lang niet alledaagse kennis - u een evenredig voordeel zou hebben gebracht. Want wat uw roem betreft, het is niet twijfelachtig of tot in het late nageslacht zal Aldus Manutius geprezen worden door iedereen die in de mysteriën der letteren is ingewijd. En dan zal uw nagedachtenis, evenals nú uw goede naam, niet alleen beroemd, maar ook geliefd en bemind zijn, vooral omdat gij u, naar ik hoor, bezig houdt met het zuiveren en het verspreiden van goede klassieke schrijvers, met de grootste nauwgezetheid weliswaar, maar met weinig gewin. Evenals Hercules echter houdt gij u voortdurend bezig met een arbeid die wel zeer schoon is en u eens onsterfelijke roem zal brengen, maar die intussen voordeliger is voor anderen dan voor u zelf. Ik hoor, dat Plato door u in het Grieks wordt gedrukt, een werk waarop zeer vele geleerden in spanning wachten. Ik ben benieuwd welke medische werken gij gedrukt hebt. Ik wenste wel dat gij ons werk van Paulus van Eghina gaaft. Met verwondering vraag ik mij af wat u weerhouden heeft om niet reeds eerder het Nieuwe Testament onder de mensen te brengen, een werk dat, als mijn vermoedens mij niet bedriegen, in 't algemeen wel gewaardeerd zal worden, maar in 't bijzonder door onze stand, namelijk die der theologen. Ik zend u hierbij twee treurspelen. Wel heb ik ze met veel durf vertaald, maar of ik daarin met evenveel geluk geslaagd ben, moet gij zelf maar beoordelen. Thomas Linacre, William Grocin, William Latimer, Cuthbert Tunstall, evengoed uw vrienden als de mijne, prijzen ze zeer; en van dezen weet gij zelf dat zij té geleerd zijn om zich in hun oordeel te vergissen, té eerlijk om een vriend te willen vleien, tenzij zij enigszins verblind zijn door hun genegenheid voor mij. Ook de Italianen, aan wie ik mijn pogingen tot dusver heb laten zien, keuren ze niet af. Badius heeft ze voor eigen rekening gedrukt en nogal met succes, naar hij schrijft; want hij heeft de voldoening gehad alle exemplaren reeds te verkopen. Maar er wordt niet genoeg gezorgd voor mijn goede naam, want 't wemelt overal van drukfouten. En nu biedt hij wel aan om de vorige uitgave door een nieuwe weer goed te maken, maar ik vrees dat hij, zoals Sofokles zegt, het kwaad met kwaad genezen wil. Ik zou echter wel denken dat mijn werken onsterfelijk zouden worden, indien ze, gedrukt in úw letters, het licht zagen, vooral in die hele kleine lettertjes, die allermooiste. Zo zou het maar een klein boekje worden en zonder veel kosten uitgegeven kunnnen worden. Als gij er iets voor voelt deze zaak te beginnen, dan zal ik u een verbeterd exemplaar gratis verschaffen en het u door de jongeman (die u deze brief brengt) zenden, mits gij mij een paar exemplaren wilt sturen om aan mijn vrienden ten geschenke te geven. Ik zou er ook niet voor terugschrikken de zaak voor eigen rekening en op eigen risico te ondernemen, als ik niet binnen weinige maanden Italië moest verlaten. Daarom zou ik graag willen dat het zo spoedig mogelijk gedaan werd. Er zullen maar nauwelijks tien dagen voor nodig zijn. En als gij er erg op staat dat ik 100 of 200 exemplaren voor mijzelf neem, dan zal ik, hoewel Mercurius, die winstaanbrenger, mij nooit erg gunstig gezind pleegt te zijn en 't zeer moeilijk zal zijn een pak te vervoeren, daar toch geen bezwaar tegen maken, mits gij een billijke prijs vraagt. Vaarwel, zeer geliefde Aldus, en reken Erasmus onder diegenen die u van harte het beste toewensen.
Wanneer er in uw magazijn nog werk is van weinig bekende auteurs, zult gij mij een grote dienst bewijzen door mij dat te laten weten;
want die zoëven genoemde Engelse geleerden hebben mij opgedragen dat eens te onderzoeken. Als gij er helemaal niets voor voelt de treurspelen te drukken, laat dan dezelfde man die het exemplaar brengt, het mij weer terugbezorgen.

Geen opmerkingen: